Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 26 februari 2016,
(ECLI:NL:RBZWB:2016:1021)
De Rechtbank diende in deze zaak (onder andere) te oordelen over het bespugen door verdachte van maar liefst 27 personen. Dat dat beledigend is, lijkt niet vreemd. De rechtbank komt evenwel tot de kwalificatie mishandeling:
“De rechtbank heeft hiervoor een groot aantal keren bewezen verklaard dat verdachte personen heeft bespuugd. De rechtbank ziet zich bij die feiten gesteld voor de vraag welke kwalificatie dit handelen oplevert. Mishandeling of belediging? De Hoge Raad heeft beslist dat onder mishandeling mede is te verstaan elke onlust opwekkende gewaarwording in of aan het lichaam. Van belediging is sprake wanneer iemands eer of goede naam wordt aangetast, hetgeen blijkens jurisprudentie ook kan door handelen zoals spugen. Wanneer iemand wordt bespuugd, wekt dit naar het oordeel van de rechtbank zonder twijfel een gevoel van onlust op door de lichamelijke gewaarwording van spuug op het lichaam. Dat zou in gevallen van bespugen dan steeds tot het oordeel kunnen of moeten leiden dat er sprake is van mishandeling. De praktijk tot nu toe laat echter zien dat bespugen steeds als belediging ten laste werd gelegd. In het spraakgebruik en in vele culturen lijkt bespugen ook vooral als een belediging te worden opgevat.
Naar het oordeel van de rechtbank is er evenwel ook een andere component van belang bij de beantwoording van de kwalificatievraag. Naar het oordeel van de rechtbank is dat de intentie waarmee wordt bespuugd en dan met name hoe die intentie door degene die werd bespuugd in redelijkheid kon worden opgevat. Spugen kan een daad van agressie zijn of een daad van minachting. Wanneer zoals in deze zaak willekeurige personen worden bespuugd uit onvrede met de wijze waarop volgens verdachte ten aanzien van hem wordt gehandeld en die onvrede uit zich door spugen tegen willekeurige personen dan zal zo’n handelen door die personen ook als mishandeling kunnen worden ervaren, omdat zij geen relatie hebben met de spuger en niet begrijpen waarom hen dit wordt aangedaan. In dat geval kan het spugen ook als mishandeling bewezen worden verklaard. Wanneer echter wordt gespuugd uit onvrede met de wijze waarop een specifiek persoon tegenover de spuger heeft gehandeld, zoals zich voordoet tijdens ruzies, meningsverschillen of geschillen op straat, hetgeen zich bijvoorbeeld vaak voordoet bij geschillen met agenten, dan lijkt vooral de minachting voor de andere persoon aanleiding te zijn geweest en staat daarmee het aspect van belediging voorop. Het spugen zal in die gevallen vrijwel steeds ook door degene die bespuugd wordt als een blijk van minachting, als belediging worden ervaren. Niet elk bespugen zal dan ook als mishandeling kunnen worden gekwalificeerd.
In het geval van verdachte komt de rechtbank op grond van voornoemde overwegingen tot het oordeel dat er sprake is van mishandeling. Het gaat bij de feiten die verdachte heeft gepleegd echter zowel om spugen op het lichaam als pogingen daartoe die niet zijn voltooid doordat de spuug op kleding terecht is gekomen of doordat de bespuugde in het geheel niet geraakt is. Voor zover van dat laatste sprake is, is aan het criterium dat de onlust moet zijn opgewekt op of in het lichaam niet voldaan en kan mishandeling niet worden bewezen verklaard.”
Deze uitspraak bewijst maar weer eens dat het in het strafrecht niet alleen gaat om welke feiten bewezen kunnen worden, maar ook welke strafbaar feit dat met zich brengt. Gedegen voorbereiding van een zitting, niet alleen door dossierkennis maar ook door specialisatie op het gebied van strafrecht, is noodzakelijk. Bijstand van een advocaat is dan aangewezen. Vragen? Neemt u contact met ons op. Wij kunnen met u bespreken waarmee u rekening moet houden indien u moet voorkomen en welke verdediging en welke proceshouding de beste is.